DruivenInheemse druivenWIJNBOUW

Pecorino

Nee, het gaat hier niet over de schapenkaas. Maar wél over de Pecorino druif, een wit druivenras dat oorspronkelijk afstamt uit de Italiaanse regio Marche, of De Marken. Het is een van die typische inheemse Italiaanse druivenrassen die eind vorige eeuw zo goed als verdwenen waren.

Pecorino druif

Net dan komt dat koppige Italiaanse karakter naar boven. Een Italiaanse wijnbouwer, Guido Cocci Grifoni, startte met een project om een grote witte wijn te maken van die bijna verdwenen Pecorino druif. Ook de voormalig professor filosofie Luigi Cataldi Madonna speelde een belangrijke rol in de revival van de Pecorino druif. Hij achtte het terroir van zijn familiedomein – een hoogvlakte in drie windrichtingen omgeven door bergen – ideaal voor pecorino en experimenteerde jarenlang met verschillende vinificatietechnieken. Al deze inspanningen van gedreven wijnbouwers leiden tot een groot succes. Vandaag heeft de Pecorino in Offida de DOCG status. En in Abruzzo heeft de Pecorino wijn een DOC status.

Legende

Er is trouwens volgens de legende wel een verband met het hoeden van schapen. Schapen en hun herders in de Marche en de Abruzzen aten de druif terwijl ze met hun kuddes door de valleien trokken, op zoek naar voedsel voor hun dieren. Uva delle Pecore werd verbasterd tot Pecorino, oftewel het schapendruifje.

Mooie veroudering 

Wijn van de Pecorino druif wordt mooier en mooier door veroudering. De complexiteit en finesse nemen toe als de wijn tijd krijgt om zich op de fles te ontwikkelen. Laat die Pecorino dus gerust 2 à 5 jaar rijpen op fles. Dan krijg je een mooie volheid, een gelaagde complexiteit en een schitterende lange afdronk. De Pecorino kan je zelfs gemakkelijk tot 10 jaar bewaren. Geef de wijn dan wel wat tijd als je hem openmaakt en decanteer hem gerust.

Aroma’s

De Pecorino is een aromatisch intense druif met frisse zuren. Qua geur treffen we citrus, verse kruiden en exotisch fruit aan, net als nootjes en witte peper. Soms herken je een vleugje anijs en venkel. In de mond kenmerkt de wijn zich door de frisheid van groene appel en citroen, net als steenfruit en exotisch fruit. Maar ook door een zekere volheid en rijkdom.

Worden de wijngaarden meer beïnvloed door temperatuurschommeling tussen dag en nacht? Dan worden de aroma’s nog intenser. Daarom doet de druif het zo goed in de zuidelijke Marken dicht bij de Monti Sibilline, en in de Abruzzen nabij de Gran Sasso. In de betere wijnen vind je ook een minerale toets.

Wat eet ik er bij?

Een Pecorino wijn past goed bij een vette zalm en bij visgerechten. Haal die sint-jakobsschelpen of die carpaccio van vis maar boven. Ook oesters en schaaldieren zijn niet te versmaden, net als een salade met sardienen. Maar ook een kip of kalkoengerecht kan hij perfect aan. Of gebruik de wijn simpelweg als aperitief.

Eigenschappen van de druif

Meest voorkomende wijnstreek: Marche, Abruzzo.

Schilkleur: Geel met typische bruine spikkeltjes.

Oorsprong: De Marche, meer bepaald de streek rond Monti Sibillini ten zuidoosten van Perugia.

Karakteristieken: Aromatische druif met citrus, groene appel en steenfruit. Kruidig en exotisch in de neus. Soms met een minerale toets. Balanceert tussen frisheid en volheid.

Wijnstijlen: Droge witte wijn.

Bewaarkracht: Minimaal 2 à 5 jaar, soms zelfs tot 10 jaar.

Te drinken bij: Schaaldieren en visgerechten, wit vlees, aperitief.

Belangrijkste appelaties: Offida DOCG, DOC Falerio dei Colli Ascolani , Colli Maceratesi en Offida.

Synoniemen: Arquitano, Norcini, Pecorina Arquatanella, Pecorino di Osimo, Promotico, Uva delle Pecore, Uva Pecorina, Vissanello

Foto: Interminatispazi / CC BY-SA

Link naar geraadpleegde bronnen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.